Aflevering 3 – Innovatie & organisatie in de zorg: de rol van de overheid

Met Marc Pomp en Jan Kremer

De ouderen van 2040 kunnen niet op dezelfde zorg rekenen als de ouderen van vandaag.

Maar die ouderen, zijn dat niet gewoon onze ouders? Of – slik –  wijzelf? 2040 klinkt nog ver weg maar dat is al over 17 jaar en eigenlijk akelig dichtbij. Dus vragen Aarnoud Overkamp en Paul Slobbe zich in de derde aflevering van ‘Onderweg naar Zorgen’ af: “De doemscenario’s die je hoort op radio en tv, valt daar nog iets aan te doen?”

Gezondheidseconoom Marc Pomp steekt ze een hart onder de riem door uit te leggen waarom een verdubbeling van het aantal ouderen niet per se hoeft te leiden tot het zwartste scenario. Hoofdgast is Jan Kremer, hoogleraar Zorg & Samenleving in het Radboudumc en sinds voorjaar 2023 speciaal gezant Passende Zorg voor het ministerie van VWS. In deze rol adviseert hij het ministerie over het zorgbeleid. In een persoonlijk gesprek schetst hij dat waar de rol van de overheid kleiner wordt, er op sociaal vlak juist kansen liggen.

Wat kun jij nu al doen om zorgelozer de toekomst in te gaan? Luister naar dit inspirerende gesprek in aflevering 3 van ‘Onderweg naar Zorgen’.

Luister hier de aflevering >

Volgende artikel

Aflevering 4 - 2040: Zorgeloos of zorgwekkend?

Podcast: Onderweg naar zorgen

De levensverwachting die in 2020 nog 82,2 jaar was, zal in 2040 gestegen zijn naar 85,4 jaar. Gemiddeld krijgen we er dus allemaal drie levensjaren bij. Door vergrijzing zijn er over twintig jaar naar schatting 1,6 miljoen 80-plussers, twee keer zoveel als nu, en het aantal 100-plussers verdrievoudigt. Dit brengt met zich mee dat een groter deel van de bevolking aan dementie en andere chronische aandoeningen zal lijden en de vraag naar verpleeghuiszorg dreigt te verdubbelen. Intussen groeit het aantal beschikbare zorgverleners niet mee.

In het in 2023 verschenen rapport ‘Nietsdoen is geen optie’ schetst de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving drie lijnen waarlangs de overheid kan reageren op de dubbele vergrijzing en de toenemende zorgvraag. Kortweg: De doelmatigheid vergroten, het verzekerde pakket verkleinen of de eigen betalingen verhogen. Bij de laatste twee oplossingsrichtingen worden kanttekeningen geplaatst.

We ontkomen niet aan een maatschappelijk gesprek, stelt de Raad. “Hoeveel zorg en ondersteuning willen en kunnen we bieden aan onze (kwetsbare) ouderen? En wie is hier verantwoordelijk voor en wie betaalt het? Daarnaast is het belangrijk dat toekomstige ouderen bewust gemaakt worden van het belang van een goede voorbereiding op hun oude dag.” Want, concludeert de Raad: “De toekomstige ouderen zullen meer zelf moeten doen of binnen hun eigen netwerk.”

Realisme en optimisme

Met deskundigen uit uiteenlopende vakgebieden kijken Paul en Aarnoud vooruit naar de ouderenzorg in 2040. Dat er snel iets moet veranderen aan hoe we de ouderenzorg vormgeven is duidelijk. Met realisme bespreken zij de uitdagingen met hun gasten en zoeken met optimisme naar mogelijke oplossingen.

Oplossingen voor de stille crisis

Waar liggen de oplossingen voor de stille crisis die zich voltrekt? Is daar maatschappelijk draagvlak voor? En hoe organiseer je dat? Die vragen willen ze met hun podcastserie proberen te beantwoorden. Paul en Aarnoud zijn een dynamisch duo en beschrijven zichzelf als twee vakidioten werkzaam bij een innovatief farmaceutisch bedrijf waar ze talloze gesprekken voerden over de toekomst van de zorg, elk vanuit hun eigen perspectief.

Niets doen is geen optie

Om hun kennis en inzichten te delen en verder te onderzoeken, ontstond het idee voor deze podcast. Toeval of niet: tijdens de voorbereidingen voor de eerste opnamen publiceerde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) een inventariserend rapport over hetzelfde thema, de ouderenzorg in 2040. ‘Niets doen is geen optie’, luidt de alarmerende titel. De komende 17 jaar neemt het aantal 65-plussers toe met circa 40% en het aantal 80-plussers verdubbelt bijna, meldt het rapport. Zonder beleidsaanpassingen is 76% meer personeel nodig in de ouderenzorg. Cijfers die bevestigen dat het onderwerp niet alleen op de agenda moet, maar dat er ook besluiten genomen moeten worden.

Aarnoud: “Het komt erop neer dat het in de ouderenzorg ‘Alles keer twee’ wordt: het aantal ouderen, de kosten en het benodigde personeel. Bedenk daarbij dat nu al een op de zes arbeidskrachten in de zorgsector werkt.”

Wat kan ik verwachten?

Met de tafelgesprekken in hun podcastserie willen Paul en Aarnoud conclusies trekken en concrete oplossingsrichtingen aangeven. Ze nemen de luisteraar mee naar ‘Het Lab’, ‘De Spreekkamer’, en vragen de tafelgast naar een ‘Recept’. Elke aflevering wordt afgesloten met een aanbeveling voor de toekomst.

Luister hier de podcasts >

Volgende artikel

Wie zijn de podcasthosts? Een introductie!

Aflevering 2 – Digitalisering in de gezondheidszorg: Wenselijk of noodzakelijk

Met Julian Jagtenberg en Egge van der Poel

In 2040 bereiken we in Nederland de piek van de vergrijzing. We zijn niet alleen met veel meer ouderen, we leven ook langer. De vraag naar verpleeghuiszorg dreigt te verdubbelen. Intussen groeit het aantal beschikbare zorgverleners niet mee. Hoe kunnen technologie en AI ons hierbij helpen?

In de tweede aflevering van ‘Onderweg naar Zorgen’ proberen Paul en Aarnoud zich een voorstelling van digitalisering in de gezondheidszorg te maken. Zij reageren in ‘Het lab’ op Julian Jagtenberg, hij ontwikkelt slaaprobots en is ervan overtuigd dat robotica en kunstmatige intelligentie de ouderenzorg gaan transformeren. Met hoofdgast Egge van der Poel gaan ze in ‘De Spreekkamer’ de breedte in. Deze gepromoveerde deeltjesfysicus en bachelor in de filosofie noemt legio toepassingen voor de AI die er nu al is, waarmee zorgprofessionals ontlast kunnen worden.

Laat al die suboptimale dingen die ik in de zorg zie in vredesnaam door technologie doen. Want dat kan nu al. Dat er zoveel nog niet is, met dít potentieel, daar word ik gek van.

Luister hier de aflevering >

Volgende artikel

Aflevering 3 - Innovatie & organisatie in de zorg: de rol van de overheid

Aflevering 1 – Ouderenzorg in 2040: De zorgprofessional

Met Janneke van de Eerenbeemt en Anneke Westerlaken

Deze eerste aflevering staat in het teken van de zorgprofessional. De vraag van deze aflevering luidt: krijgen we in 2040 nog wel de zorg die wij gewend zijn? Paul en Aarnoud nemen je mee op onderzoek in ‘Het Lab’. Hier vertelt Janneke van den Eerenbeemt over nieuwe innovaties die zij om haar heen ziet in haar rol als HR manager bij een ouderen organisatie.

In ‘De Spreekkamer’ gaan ze vervolgens in gesprek met hoofdgast Anneke Westerlaken, voorzitter van ActiZ, de branchevereniging van zo’n 400 zorgorganisaties. Onderwerpen die aan bod komen zijn; de betaalbaarheid van de zorg, het personeelstekort, het haperen van de woningbouw, het gebrek aan aangepaste woningen voor ouderen en de individualisering in de samenleving. Allemaal grote onderwerpen die in samenhang de stille crisis versterken. Maar de sfeer in de studio is allesbehalve zwartgallig. In het afsluitende ‘Recept’ komen antwoorden voorbij waarmee we nu al aan de slag kunnen en er is optimisme over toekomstige sociale oplossingen.

Een mooie uitkomst van een publieksonderzoek dat wij uitvoerden is dat een groot deel van Nederland zegt iets te willen doen voor iemand die hulpbehoevend is.

Luister hier de aflevering >

Volgende artikel

Aflevering 2 - Digitalisering in de gezondheidszorg: Wenselijk of noodzakelijk

Deelnemen aan geneesmiddelenonderzoek, zo draag jij jouw steentje bij!

Een bijdrage leveren aan de medicijnen van morgen. Dat kan je doen als patiënt, maar ook als gezond persoon kan je een steentje bijdragen. Er blijken nog wel eens wat misvattingen te bestaan over de deelname aan geneesmiddelenonderzoek. Om die reden lanceerde het Centre voor Human Drugs Research (CHDR) het platform proefpersoon.nl. Op deze site staan onder andere diverse video’s waarin het belang van deelname wordt uitgelegd en de meest gestelde vragen worden beantwoord.

Bij geneesmiddelenonderzoek worden medicijnen, voordat ze op de markt verschijnen, getest op hun werkzaamheid en bijwerkingen. In eerste instantie wordt dit gedaan in het lab of op dieren. Wanneer het medicijn goede resultaten laat zien, wordt dat in stappen getest bij mensen.

Voor dit onderzoek zijn veel proefpersonen nodig.

Meer lezen hoe geneesmiddelenonderzoek in zijn werk gaat? Bekijk dan de infographic

Dit deel van het geneesmiddelenonderzoek wordt gedaan bij onder andere het CHDR. Eerst wordt er getest op gezonde proefpersonen en vervolgens met kleine groepen patiënten. Vervolgens wordt het middel getest in grote klinische studies met grote aantallen patiënten. Als het medicijn is toegelaten op de markt wordt het verder gemonitord of het uiteindelijk ook in de praktijk voldoet. De risico’s bij geneesmiddelenonderzoek zijn over het algemeen beperkt, al kunnen er wel bijwerkingen ontstaan.

Als proefpersoon krijg je allereerst een medische keuring. Na goedkeuring mag je deelnemen aan het onderzoek. Het medicijn krijg je toegediend en vervolgens worden er diverse tests gedaan om te zien wat het effect is van het medicijn. Dat kan op locatie plaatsvinden, waardoor je een paar dagen bij het CHDR verblijft, maar in sommige gevallen kan je de effecten ook thuis meten, bijvoorbeeld met een bloeddrukmeter.

Voor je deelname aan geneesmiddelenonderzoek wordt meestal een vergoeding uitgekeerd. Je kan hierbij denken aan reiskostenvergoeding of in sommige gevallen wordt de tijd die je aan het onderzoek kwijt bent, vergoed.

Op de website proefpersoon.nl zijn diverse video’s te vinden die verder uitleggen hoe geneesmiddelenonderzoek in zijn werk gaat en die een goed inzicht geven in hoe het CHDR werkt.

Als proefpersoon lever je een essentiële bijdrage aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en daamee op termijn een verbetering van de kwaliteit van leven van een patiënt voor wie het medicijn bedoeld is.

Naar de website >

Volgende artikel

Catharina Ziekenhuis winnaar van de Patient Centricity Award 2023

Catharina Ziekenhuis winnaar van de Patient Centricity Award 2023

Eind maart 2023 werd, tijdens de tiende jubileum editie van het VSO voorjaarssymposium, de winnaar van de Patient Centricity Award 2023 bekend gemaakt. Het Catharina Ziekenhuis nam dit jaar de award mee naar huis. Hun project ”Nazorg voor de borstkankerpatiënt buiten het ziekenhuis in een vrouwencentrum”, maakte het meeste indruk op de jury. Karin Schauwaert-Vijfvinkel, verpleegkundig specialist oncologie, nam namens het gehele team de award in ontvangst. Aan de Patient Centricity Award is een geldprijs verbonden van € 10.000, een ‘unrestricted educational grant’ van initiatiefnemer Takeda Oncology.

De Patient Centricity Award wordt jaarlijks uitgereikt ter bekostiging of ontwikkeling van patiëntgerichte projecten en is een initiatief van Takeda Oncology, dat het als een belangrijke taak ziet om een bijdrage te leveren aan de optimalisatie van de behandeling van patiënten met een oncologische aandoening.

Joska Heessels, verpleegkundig specialist oncologie en voorzitter van de vakjury: “Er zijn veel collega’s die dit zullen herkennen; patiënten die de gang naar het ziekenhuis zwaar vinden,  nadat de behandeling is afgerond. Het zorgt vaak voor een herbeleving van een zeer stressvolle periode. Door juist in de nazorgfase patiënten buiten het ziekenhuis verder te helpen op diverse vlakken, draagt het oncologieteam bij aan de verwerking en kan het helpen de vrouwen weer in hun kracht te zetten. Kortom een mooi initiatief dat ook door andere ziekenhuizen kan worden ingevuld. ”

Karin Schauwaert-Vijfvinkel licht het winnende project verder toe: “Heel bewust zijn de nazorg en nacontrole uit elkaar gehaald. De controle bestaat vooral uit beeldvormende onderzoeken, die eens per jaar worden gedaan. De nazorg behelst veel meer softe aspecten, die zeker zo belangrijk zijn. Als verpleegkundig specialist speel je hier een belangrijke rol in, maar loop je ook tegen de grenzen van het ziekenhuis aan. Niet alles kan in de tweede lijn. Door in een vrouwencentrum te participeren ervaren we veel kortere lijnen en ook actieve betrokkenheid van de andere zorgverleners, zodat we veel beter weten waar patiënten baat bij kunnen hebben in de nazorg fase.”

Bekijk hier de video met de reactie van Karin Schauwaert-Vijfvinkel

Takeda verlegt grenzen

De kracht en de moed van patiënten met kanker inspireren en motiveren ons elke dag. Samen met partners in de zorg proberen we grenzen in de oncologische zorg en behandeling te verleggen, met daarbij het belang van de patiënt voorop. Ons streven is om, samen met partners, nieuwe medicijnen snel beschikbaar te hebben voor de patiënt. Daarbij worden we gedreven door de Takeda waarden van integriteit, eerlijkheid en doorzettingsvermogen. Takeda is een internationaal farmaceutisch bedrijf van Japanse origine dat zich al meer dan 240 jaar inzet voor een beter perspectief voor mensen met ernstige gezondheidsproblemen.

Volgende artikel

Afspraak met zorgverlener? Veel patiënten bereiden zich erop voor

E-learning: Vergoeding van extramurale geneesmiddelen

Extramurale geneesmiddelen zijn de medicijnen die buiten de muren van het ziekenhuis (extramuraal) worden voorgeschreven. Denk daarbij aan het recept dat je krijgt van je huisarts en kunt ophalen bij de apotheek.

In deze e-learning, die bestaat uit 5 delen, worden alle stappen besproken die plaatsvinden voordat het medicijn beschikbaar is bij de apotheek en wordt beschreven welke rol patiëntenorganisaties in de besluitvorming tijdens dit proces kunnen hebben.

Naar de e-learning >

Volgende artikel

E-learning: Vergoeding van intramurale geneesmiddelen

E-learning: Vergoeding van intramurale geneesmiddelen

Bij een behandeling in of via het ziekenhuis, kan het zijn dat je medicijnen krijgt voorgeschreven. Deze intramurale geneesmiddelen leggen vaak een hele weg af voordat zij vergoed en beschikbaar zijn voor patiënten.

In deze e-learning bespreken we de verschillende stappen die plaatsvinden voordat het medicijn beschikbaar is voor patiënten en wordt beschreven welke rol patiëntenorganisaties in de besluitvorming tijdens dit proces kunnen hebben.

Naar de e-learning >

Volgende artikel

Handige documenten

Afspraak met zorgverlener? Veel patiënten bereiden zich erop voor

Door samen te beslissen zijn mensen tevredener over de zorg die zij krijgen en trouwer aan de afspraken die zij met hun arts maken. Het kan het verschil maken tussen goede, passende zorg, en zorg waar mensen niet bewust voor gekozen hebben, of zelfs niet helemaal achter staan. Maar dit gaat niet vanzelf; het start allemaal met het stellen van de juiste vragen, beter te luisteren en gesprekken goed voor te bereiden. In hoeverre patiënten dat op dit moment doen, heeft onderzoeksbureau Kantar Public recent uitgezocht.

In dit onderzoek, dat onderdeel was van de landelijke campagne “Samen Beslissen in de zorg”, is onder meer gekeken naar welke voorbereidingen patiënten doen voor ze een arts en/of verpleegkundige bezoeken. Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat de stem van de patiënt gehoord wordt en daardoor de zorg beter kan aansluiten bij wat de patiënt vraagt en nodig heeft.

Veel patiënten bereiden zich voor op een afspraak met een arts. Zo denken bijna 9 op de 10 na over wat belangrijk is om aan de zorgverlener te vertellen en 7 op de 10 bespreken het met de omgeving. Ook zoekt meer dan de helft van de patiënten vooraf informatie op.

Patiënten bereiden een afspraak in het ziekenhuis met een specialist of verpleegkundige vaker voor dan een afspraak in de huisartsenpraktijk of met een wijkverpleegkundige. Het minst vaak wordt een afspraak met een paramedicus voorbereid, zoals een fysiotherapeut of diëtist. Voorafgaand aan het gesprek met een zorgverlener zoekt ruim de helft van de patiënten informatie op. Dit wordt vaker gedaan voor een afspraak met een specialist, verpleegkundige of in de huisartsenpraktijk dan voor een afspraak met een wijkverpleegkundige of paramedicus. Het maakt ook uit of de afspraak gaat om iets waar patiënten veel of weinig last van hebben. Ruim de helft van de patiënten die ergens veel last van heeft, zoekt informatie op. Bij patiënten waar de klachten relatief weinig impact hebben, zoekt ruim 1 op de 3 informatie op.

Belangrijk om te bespreken

Bijna 9 op de 10 patiënten denken van tevoren na over wat voor hen belangrijk is om te vertellen aan de arts of verpleegkundige. Ruim 4 op de 10 zeggen dit zelfs uitgebreid te doen. Tijdens de afspraak met de zorgverlener zijn 3 op de 4 patiënten uit zichzelf begonnen over wat voor hen belangrijk is. Ruim 9 op de 10 patiënten hebben na afloop van het gesprek een goed gevoel over wat ze zelf hebben verteld of gevraagd. De overige 10% blijft achteraf nog met vragen te zitten

Betrekken van omgeving

Voor ze een zorgprofessional bezoeken, bespreken 7 op de 10 patiënten het onderwerp of aanleiding van hun bezoek met iemand in de omgeving. En dat gebeurt vaker als patiënten meer last hebben. Ook maakt het uit met welke zorgverlener de afspraak is. Afspraken in het ziekenhuis worden het meest vooraf besproken, gevolgd door afspraken in de huisartsenpraktijk. Afspraken met een wijkverpleegkundige of met een paramedicus worden het minst met de omgeving besproken. Bijna 1 op de 5 patiënten neemt iemand mee naar de afspraak met de zorgverlener, zoals een vriend, partner of iemand uit de familie. Het vaakst nemen patiënten iemand mee naar de wijkverpleegkundige en naar het ziekenhuis.

Samen beslissen

Bijna de helft van de artsen, specialisten of verpleegkundigen zegt de meeste beslissingen samen met de patiënt te nemen. Bijna een kwart van alle zorgverleners vraagt aan hun patiënt wat belangrijk is voor ze en de helft toetst of de patiënt ook daadwerkelijk de gegeven informatie begrijpt.

Andersom, een meerderheid van de patiënten krijgt van de zorgverlener het gevoel mee te mogen beslissen, wat dus iets afwijkt van het antwoord van de zorgverleners

Bij een wijkverpleegkundige hebben patiënten dit gevoel het vaakst, gevolgd door een paramedicus. Het minst vaak hebben patiënten dit gevoel bij een specialist of verpleegkundige in het ziekenhuis. Bijna 4 op de 10 patiënten zeggen tijdens de laatste afspraak ook samen met de zorgverlener een beslissing over de zorg genomen te hebben. Bij ruim 3 op de 10 nam de patiënt naar eigen zeggen de beslissing, waarbij de mening van de zorgverleners eventueel is meegenomen. Bij ruim 2 op de 10 nam de zorgverlener volgens de patiënt de beslissing, waarbij de mening van de patiënt eventueel is meegenomen. Slechts 6% van de patiënten krijgt niet of nauwelijks het gevoel mee te mogen beslissen.

Het onderzoek

In september 2021 hebben overkoepelende organisaties van zorgverleners en patiënten samen met de overheid de landelijke campagne “Samen Beslissen in de zorg” gelanceerd. Het onderzoek is uitgevoerd onder 1.131 zorggebruikers en 437 zorgverleners. Alle deelnemers hebben een online vragenlijst ingevuld voordat de campagne gelanceerd was en in mei 2022, toen de campagne 8 maanden liep. Bij zorggebruikers ging het om patiënten en cliënten die in de afgelopen 3 maanden contact hebben gehad met een zorgverlener waarbij een beslissing werd genomen. Bij zorgverleners ging het om huisartsen, praktijkondersteuners huisarts (POH’s), huisartsassistenten, specialisten, verpleegkundigen/verpleegkundig specialisten en paramedici (fysiotherapeuten, diëtisten, optometristen, huidtherapeuten, oefentherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten). In dit artikel zijn enkele highlights weergegeven van de resultaten van de zorggebruikers uit laatste meting uit mei 2022. Het hele onderzoeksrapport is hier online te raadplegen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volgende artikel

De reputatie van farmaceutische bedrijven – de zeldzame ziekten editie